Gebruik je Koning

De opening en het middenspel zijn een gevaarlijke periode voor de Koning. Hij heeft last van een “wanted dead-or-alive” syndroom. Het advies is dan ook om zo snel mogelijk te rokeren zodat de Koning zich kan schuilen achter zijn pionnen en bovendien worden de torens geactiveerd.

Tijdens het eindspel, met een minimum aan overblijvend materiaal, is alle hulp welkom om de overwinning veilig te stellen of om een nederlaag af te wenden. Gezien de gedaalde dreiging stijgt de toegevoegde waarde van de Koning enorm. Daarom luidt daar het advies: breng de Koning zo snel mogelijk in het centrum van het bord. Eenmaal in het midden komt hij oog in oog te staan met de vijandelijke Koning. Het overwicht wordt bepaald door de “oppositie”.

Oppositie

De “quest” van dominantie tussen 2 vijandelijke Koningen heet “oppositie”: één Koning tracht sterker te worden dan de andere Koning. Het diagram toont de meest basic en directe vorm van oppositie. Beide Koningen zouden graag vooruitgaan en terreinwinst boeken. Thans bevinden beide Koningen zich in een positie die de andere Koning belet om vooruitgang of terreinwinst te boeken. De Koning die aan zet is, is in het nadeel. Hij moet immers de controle over één van de controlerende velden (hier c5, d5 en e5) opgeven waardoor de vijandelijke Koning kan binnendringen in zijn positie. Dus als zwart aan zet is bekomt wit de kracht van de oppositie (en omgekeerd).

Koning versus Koning en pion

Zwart is aan zet. Wit heeft een extra pion en bezit de oppositie. Toch is dit een remise stelling als zwart de witte Koning verhindert om vóór zijn pion te komen.

In het geval van een eindspel Koning en toren-pion tegen een Koning eindigt de partij altijd in een remise als de eenzame Koning er in slaagt zich vóór de pion te plaatsen.

Verre Oppositie

De Koning die aan zet is ingeval er een oneven aantal velden tussen de Koningen is, heeft de oppositie niet. Of de Koning die aan zet is, ingeval er een even aantal velden tussen de Koningen is, heeft wel de oppositie. Dit geldt zowel horizontaal, verticaal of diagonaal. Voorwaarde is wel dat de Koningen met elkaar verbonden zijn en dat er geen andere stukken tussen staan.

Wit aan zet heeft dus de oppositie. Als hij naar Kd2 beweegt wordt het oneven met zwart aan zet.

Geen directe verbinding

Wit aan zet speelt Ka2. Wit heeft de oppositie. Hierna volgt het bewijs.

In een dergelijke situatie is het de betrachting om een vierkant of rechthoek te vormen waarvan elke hoek dezelfde kleur heeft en de ander aan zet is.